Ga naar hoofdinhoud
Rijksarchief Leuven

Met gerechtsofficier Simon Goens langs de Woluwse herbergen

2021672_resource_document_mauritshuis_128 (1).jpeg

Boeren in een herberg, Adriaen van Ostade, 1662 - Mauritshuis

Mensen bezochten herbergen om amusement, ontspanning en vertier op te zoeken. Toch was het net op deze plaatsen dat de meeste nachtelijke criminaliteit zijn oorsprong vond. De alcohol die er rijkelijk vloeide, zorgde voor een leuke sfeer maar leidde ook tot spanningen, ruzies en vervolgens vechtpartijen. De wanorde en onrust die deze met zich meebrachten, verontrustte ook de lokale en centrale autoriteiten. Daarom besloot Karel van Lotharingen, de landvoogd van de Oostenrijkse Nederlanden, in een plakkaat van 8 juli 1754 bepaalde activiteiten in herbergen te verbieden die mogelijks aanleiding zouden geven tot onrust. Zo was het er niet toegelaten om kansspelen te spelen of zich er te bevinden op kerkelijke feestdagen of zondagen na negen uur ’s avonds.

RABR_Kaarten en plannen, nr. 469_Detail herberg.jpg

Herberg. Detail van een figuratieve kaart met het project van de steenweg van Blankenberge, van aan de herberg Het Vrije tot aan Sint-Pieters-op-de-Dijk, 1723 - Rijksarchief Brugge, Verzameling kaarten en plannen, nr. 469.

Gerechtelijke officieren werden op pad gestuurd om te controleren of iedereen zich aan de restricties van de herbergbezoeken hield. Verantwoordelijke van dienst in laatachttiende-eeuws Sint-Stevens-Woluwe was onder andere Simon Goens. Op zondag 15 juni 1777 trok hij samen met zijn Kraainemse collega Peeter Moerenhout op pad. Het was reeds valavond toen ze plots in de omgeving van de herberg 'De schoon weerdinne' met groodt geweld op de deur ofte venster hoorden kloppen. Daar aangekomen, troffen ze drie mannen aan die de herberg waren binnengedrongen en de herbergier en zijn gezin onder druk zetten om bier te schenken ondanks de drankrestricties die golden op zondagavond. Waardin Petronella van Achter, probeerde hen tevergeefs buiten te zetten, met de boodschap dat "sij conden gaen drincken waer sij den heelen dagh gedroncken hadde". Simon Goens besloot al snel de drie mannen te beboeten ("Ik callengiere u van 's heeren wegen"), maar zijn woorden waren nog niet koud of hij en zijn collega werden aangevallen door de drie mannen. "Jongens, dat sal u suer op comen" zei Goens, toen hij en zijn collega aanstalten maakten om hun ronde verder te zetten in Kraainem. Die woorden schoten echter in het verkeerde keelgat van de drie mannen, die het gevecht weer hernamen met de nodige scheldwoorden ("wat hondtsfot, deugeniet, bogat, sult gij ons drijgen!"). Simon Goens verweerde zich nu door zijn pistool te trekken, maar aangezien deze niet geladen was, maakte het weinig indruk op de mannen, die nu ook dreigementen uitten: "wille ick u nu eens in de beekce worpen ende eens versmachten?". Pas na lange tijd konden de officieren zich bevrijden en de  herberg ontvluchten. Zoals Goens al had voorspeld, kreeg de zaak nog een gerechtelijke staartje. Vanwege zijn officiële functie tilde de schepenbank van Sint-Stevens-Woluwe zwaar aan de criminele feiten die tegen hem waren gepleegd. 

Schepenbank_Sint_Stevens_Woluwe_30_0001.jpg

Stukken betreffende het proces van de drossaard tegen Anthoon Herinckx: herbergruzie in de Schoon Weerdin en slagen en verwondingen aan de gerechtsofficier, 1777 - Rijksarchief Leuven, Archief van de schepenbank en het leen- en laathof van Sint-Stevens-Woluwe, nr. 30. 

Goens was ondanks zijn functie als gerechtelijk officier echter geen heilig boontje. Enkele jaren later werd hij namelijk zelf betrapt toen hij zich op een zondag na negenen nog in de herberg van Guilliaum Charles bevond. De schepenbank oordeelde dat dit niet alleen een misprijsinghe was van de wetgeving, maar ook een strafbare negligentie der functie van zijn officie die ten hooghsten behoort bestraft te worden. Als officier was Goens immers verobligeert t'goedt exempel te geven. De schepenbank veroordeelde Goens tot een boete van drie gulden, waar hij alsnog van werd vrijgesteld: zijn plechtige belofte om zulckx niet meer te zullen doen volstond blijkbaar voor de drossaard, doch enkel voor deze mael.

afbeelding 14.jpeg

'Boeren vechten voor een herberg', Cornelis de Wael, 1630-1698 - Collectie Rijksmuseum

Buiten de zondagen en kerkelijke feestdagen was het wel toegestaan om tot diep in de nacht in herbergen te vertoeven. Omdat de alcohol dan rijkelijk vloeide, ontstonden er al eens discussies die resulteerden in ware vechtpartijen. Zelfs een onschuldig bedoelde grap of misverstand kon grondig uit de hand lopen. Met die realiteit was gerechtelijk officier Simon Goens maar al te vertrouwd. Op de avond van 17 maart 1781 raakte hij wederom ongewild betrokken bij een vechtpartij, ditmaal in de herberg Prins Carel in Sint-Stevens-Woluwe. De gerechtsofficier was na een rechtszitting van de schepenbank door de schepenen Guilliaum Charles en Peeter Cloetens tegen zijn zin op sleeptouw genomen. Het gezelschap dronk samen twee potten bier, toen er enige discussie ontstond over de betaling van het gelag: Cloetens stelde voor dat Goens nog een pot zou bestellen, zodat ze er elk één konden betalen. Dat was echter tegen de zin van Goens, die zo snel mogelijk naar huis wou en vond dat de twee schepenen - die hem hadden uitgenodigd - maar moesten betalen: "Had mij laeten naar huys gaen, ik en had dien pot niet meer noodigh". Een andere gast, de Kraainemse Peeter Thomas, gaf de gerechtsofficier gelijk en zei: "Simon, gij en moeght dien pot niet betalen, het is eenen slechten meester die voor sijnen knecht geenen pot bier kan geven". Die woorden schoten echter in het verkeerde keelgat van schepen Cloetens, die meteen in een scheldpartij losbarstte tegen Thomas. De getuigen die later werden ondervraagd tijdens het gerechtelijk vooronderzoek naar het incident, maakten melding van scheldwoorden als frippon [boef, deugniet] , jamfoeter [schelm], honsfot en deugenit. "Wat hebt gij u met de schepenen van Sint-Stevens-Woluwe te moeyen, het en zijn u affairens niet", voegde Cloetens daaraan toe. Het bleef echter niet bij woorden want hij viel Peeter Thomas ook fysiek aan. Volgens de plaatselijke chirurgijn die Thomas later onderzocht, hield hij verschillende vleeswonden en een blauw oog over aan de vechtpartij. De drossaard stelde nadien een gerechtelijk onderzoek in waarbij alle getuigen uitvoerig werden verhoord. Een vonnis is jammer genoeg niet bewaard gebleven, al lijken de getuigenissen wel unaniem de schuld in de schoenen van Peeter Cloetens te schuiven. De zaak zal de reputatie van deze schepen alleszins geen goed hebben gedaan.

Schepenbank_Sint_Stevens_Woluwe_9_0001.jpg

Gerechtelijk vooronderzoek: slagen en verwondingen aan Peeter Thomas, inwoner van Kraainem, in herberg den Prins Carel, 1781 - Rijksarchief Leuven, Archief van de schepenbank en het leen- en laathof van Sint-Stevens-Woluwe, nr. 9. 

Met gerechtsofficier Simon Goens langs de Woluwse herbergen