Ga naar hoofdinhoud
Rijksarchief Leuven

Moord of doodslag?

90402_RP_T_1942_145.jpeg

Gezicht op een straatje met kar in Barbizon, Willem Roelofs (I), 1832-1897 - Collectie Rijksmuseum

In de Speckstraete in Veltem woonde Jacobus Van Der Meiren samen met zijn moeder Maria Elisabeth en zijn zus Barbara. Die waren allebei al gaan slapen toen hij op 2 september 1787 om half negen ’s avonds thuis kwam. Zodus at Jacobus zijn avondmaal alleen op, om meteen daarna te gaan slapen. Iets later die nacht werd hij echter wakker en zag hij door het raam twee mannen voorbij lopen. Jacobus herkende hen: het waren Peeter van Houdenhoven uit Winksele en Joannes Jannsens uit Veltem. Hij zag vanuit zijn kamer hoe Peeter de kar die voor het huis stond omver wierp. “Ick doghte dat gij lieden eerlijken oft deugdelijker jongens waert als sulke schendelen te doen aan de mensche huyssen”, riep Jacobus hen verontwaardigd toe. Omdat de mannen niet reageerden, besloot hij naar buiten te gaan. Aan de voordeur zag hij de twee nu weglopen in de richting van de Mechelse Heerweg. Ondertussen was ook zijn zus Barbara wakker geworden, die hem een geweer toewierp vanuit het raam. Met zijn geladen wapen in de hand riep hij nu naar de mannen, die vijftien stappen van hem verwijderd waren, “Ziet jongens, indien ick u niet gekent en hadde, soo wel als ick u ken, ick soude daer op geschoten hebben”.

download.png

Bewusteloze vrouw, ondersteund door twee figuren, Ferdinand Bol, ca. 1640 - Collectie Rijksmuseum

Joannes vluchtte verder een veld in, maar Peeter liep recht op Jacobus af en sloeg hem op het hoofd. Bezorgd liepen zijn zus en moeder naar hem toe, waardoor ook zij in het vizier van Peeter kwamen. Jacobus' moeder, Maria Elisabeth, kreeg daarbij een slag op het hoofd en viel bewusteloos neer. Terwijl de dader op de vlucht sloeg, rende zus Barbara in paniek naar het huis. Eenmaal binnen zag ze vanuit het raam Jacobus bij het lichaam van hun moeder staan, die haar naar de buurman stuurde om zijn hulp te vragen om Maria Elisabeth naar binnen te dragen. Vrezend voor het ergste lieten ze ook de pastoor komen, en terecht, zo bleek: Maria was niet meer in staat om te biecht te gaan, maar ze kreeg wel de laatste sacramenten toegediend. Op aangeven van de pastoor werd er ook een chirurgijn bijgehaald om naar Maria's verwondingen te kijken. Die kon echter niets meer voor haar doen: drie dagen later, op 5 september om negen uur ‘s avonds, bezweek Maria Elisabeth aan haar verwondingen.

LZ_0160.jpg

Gerechtelijk vooronderzoek betreffende de verwondingen toegebracht aan Maria Elisabeth, weduwe van Guilliam Van der Meiren, 1787 - Rijksarchief Leuven, Archieven van de heerlijkheden, dorpen en schepenbanken van de kantons Leuven (schepenbank Veltem), nr. 1674. 

Was Peeter nu schuldig aan moord of doodslag? Ook in het Ancien Régime werd al een onderscheid gemaakt tussen die twee: globaal gezien ging men er vanuit dat een moord werd gepleegd met voorbedachte rade en vaak in het geheim werd uitgevoerd. Volgens diezelfde opvatting was doodslag doorgaans het gevolg van een opwelling, waardoor de kans groter was dat dit in het bijzijn van getuigen plaatsvond. Doodslag was daardoor makkelijker vast te stellen en de daders waren vaak ook makkelijker te vatten. Bij moord kon de bevoegde drossaard enkel hopen dat er toch getuigen waren van het misdrijf. 

90402_RP_P_1913_3022.jpeg

Jager op de rug gezien, Cornelis Steffelaar, 1807-1861 - Collectie Rijksmuseum

Slachtoffers die ernstige verwondingen opliepen door toedoen van anderen, werden door een chirurgijn onderzocht om vast te stellen of de verwondingen dodelijk waren. Als dat het geval was en het slachtoffer enkele dagen later overleed - zoals in het geval van Maria Elisabeth -, kon de dader aangeklaagd worden voor doodslag. Dat was bijvoorbeeld ook zo bij Egidius Verhoogen, die op 12 januari 1791 in de Broeckstraete in Sint-Stevens-Woluwe schijnbaar uit het niets werd neergeschoten door Jan Den Jaeger: de dader had enkel gezegd dat Egidius "eenen schelm eenen deugeniet was”. Eguidius liep daarbij onder andere verwondingen op aan zijn beide sleutelbenen en vluchtte met veel moeite naar zijn huis. Hoewel de chirurgijn die ter plaatse kwam vaststelde dat de verwondingen dodelijk waren, overleefde Egidius de aanslag op zijn leven en ontkwam dader Jan Den Jaeger aan een veroordeling wegens doodslag.

LZ_0170.jpg

Gerechtelijk vooronderzoek betreffende de schotwonden toegebracht aan Egidius Verhooghen door Jan den Jaeger, jager van Sterrebeek, 1791 - Rijksarchief Leuven, Archief van de Schepenbank en het Leen- en Laathof van Sint-Stevens-Woluwe, nr. 14.