Ga naar hoofdinhoud
Rijksarchief Leuven

Ontucht in het Duits College

Duits college.jpg

Detail van een panoramisch plan van Leuven met aanduiding van het Duits college (bewerkt), gedrukt in Toonneel Der Steden Van 's Konings Nederlanden, Met hare Beschrÿvingen, uitg. Joan Blaeu, 1649 - Algemeen Rijksarchief, Topografisch-historische atlas, nr. 2715. Het Duits college was gelegen op de hoek van de Brusselsestraat en de nu verdwenen Moutmolenstraat. 

Op 27 januari 1770 moest Guillaume Wauters attestatie afleggen bij notaris Petrus Bisschop over een zaak over ontucht in het Duits College in Leuven. Guillaume is een dertiger die al sinds 1767 in dat College woont. Hij volgde er waarschijnlijk een opleiding tot priester of ambtenaar van de Duitse Orde, een middeleeuwse ridderorde waar het College deel van was. Het is landscommandeur Baron de Belderbusch, de bestuurder van de lokale Ordensprovincie, die hem had opgeroepen om te getuigen. Zo verschijnt Guillaume op 27 januari voor de notaris die zijn volledige attestatie, zijn verklaring, neerschrijft. Alvorens met zijn getuigenis te starten, moet Guillaume verklaren sonder inductie ofte persuagie van imant dan enckelijck in faveur van Justitie waerachtigh te wesen. Hij zwoer met andere woorden zonder beïnvloeding van anderen de waarheid te vertellen in het voordeel van justitie.

90402_RP_P_OB_48_981.jpeg

Baron de Belderbusch was landscommandeur van de balije (ordensprovincie) Alden Biesen.

Gezicht op de Landscommanderij Alden Biesen, ets, Romeyn de Hooghe - Collectie Rijksmuseum

Guillaume was daar voor een zaak over ontucht of ‘seksuele handelingen die ingaan tegen de heersende moraal’. Dat kan natuurlijk verschillende zaken inhouden, en ook de straffen verschilden enorm. Aanranding van de eerbaarheid kon bestraft worden met een verre bedevaart, zedenfeiten als verkrachting werden al sinds de middeleeuwen gezien als een van de ergste misdrijven. De straf daarvoor was onthoofding. Straffen voor poging tot verkrachting varieerden tussen die twee uitersten. Tegennatuurlijke zedendelicten met hetzelfde of het andere geslacht konden leiden tot verbranding (in de Middeleeuwen) of verbanning (in de Nieuwe Tijd). De strafmaat was niet altijd duidelijk omschreven en kon variëren naargelang de gerechtsofficier en de omstandigheden. In ieder geval waren het moeilijke misdaden om te bewijzen door een gebrek aan getuigen en bewijsmateriaal. Bij verkrachting waren het meestal buren of buitenstaanders die het misdrijf bekendmaakten. Dat is ook in Guillaumes verhaal het geval. Het was Guillaume die de rector van de Leuvense universiteit had verteld wat er gaande was in het Duits College. Maar wat had Guillaume daar dan allemaal gezien en gehoord?

Dienstmeid.jpg

Dienstmeid in een keuken een vis bereidende, Louis Michel Halbou, 1755-1782 - Rijksmuseum

Guillaume zat regelmatig ’s avonds in de keuken van het College met een dienstmeid en de toenmalige president van het College, de Heer Herckenroth. Nadat Guillaume op een avond op bevel van Herckenroth was gaan slapen, hoorde hij vanuit zijn kamer de president naar boven gaan. Maar die was niet alleen! Guillaume kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Hij volgde de twee naar boven en hoorde dat ze de bovenkamer binnengingen. Wie kon er nu bij de president zijn? Guillaume begreep het niet. De volgende dag merkte hij dat Herckenroth ’s morgens lang sliep en toen Guillaume hem zag, was hij slaapdronken en had hij bloed op zijn gezicht. Guillaume beeldde zich in dat het wel de meid uit de keuken had moeten zijn die bij de president was geweest.

Ook een andere keer kwam de president ’s avonds laat thuis en had hij gezelschap. Iedereen lag al in bed, maar Guillaume hoorde hun schoenen op de trap. Hij was zeker dat het een vrouw was. Nieuwsgierig bleef hij opnieuw luisteren wie daar tot vier uur ’s morgens bij de president was gebleven en hij bedacht dat het opnieuw dezelfde meid had moeten zijn. De dag erna zag hij bloed en vuiligheid op de kamer waar hij hen had gehoord en later vertelde het meisje zelf dat de president met haar onkuisheid had gepleegd. Herckenroth maakte ook andere slachtoffers. Een andere vrouw die in het College werkte, vertelde dat de president zijn schamelheijt had ontbloot in haar bijzijn en ook haar dochter verklaarde dat de president haar tot onkuisheid had verplicht. Wat hij haar precies had aangedaan weigerde ze te vertellen. Ook een andere vrouw en haar dochter verklaarden dat de president hen had verplicht tot onkuisheid. Welke straf Herckenroth precies kreeg voor zijn misdaden is niet duidelijk, maar het leidde vermoedelijk wel tot zijn ontslag als president want de heer Smeijster verving hem in die functie.

RP-P-1939-455.jpg
'Le moment dangereux', prent van François Voyez en Johann Feigel naar een schilderij van Johann Thomas Kraus, 1784-1785 - Collectie Rijksmuseum